-
1 breathe one's last
———————— -
2 breathe
v. ademen; fluisteren; eruit halen[ brie:ð]2 op adem komen ⇒ uitblazen, bijkomen♦voorbeelden:〈 informeel〉 as I live and breathe • hoe is het mogelijk!breathe in • inademenbreathe out • uitademenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 inademen3 inblazen ⇒ ingeven, inboezemen4 fluisteren ⇒ uiting geven aan, (zachtjes) zeggen♦voorbeelden:don't breathe a word of this! • praat je mond niet voorbij!
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский